Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op het notarisambt

 

Artikel 30a
1
Een gedefungeerde notaris verkrijgt, indien hij dit wenst, de hoedanigheid van kandidaat-notaris gedurende een jaar na zijn ontslag. Als hij tot waarnemer wordt benoemd is artikel 30, eerste lid, niet van toepassing. Een notaris die voor of na zijn defungeren tot vaste waarnemer is benoemd is één jaar na zijn defungeren van rechtswege uit deze functie ontslagen.
2
Na de beëindiging van de notariële werkzaamheden zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, behoudt de kandidaat-notaris, indien hij dit wenst, gedurende een jaar de hoedanigheid van kandidaat-notaris. Indien hij voor of na de beëindiging van zijn notariële werkzaamheden tot vaste waarnemer is benoemd is hij één jaar na die beëindiging van rechtswege uit deze functie ontslagen.
3
Indien de gedefungeerde notaris of de gewezen kandidaat-notaris ambtshalve benoemd is tot waarnemer, behoudt hij de hoedanigheid van kandidaat-notaris gedurende één jaar na het einde van de laatste waarnemingsperiode.
4
De gedefungeerde notaris, de gewezen kandidaat-notaris of de ambtshalve benoemde waarnemer die gedurende een jaar waarnemingsbevoegd wil blijven, geeft binnen een week na defungeren of de beëindiging van de notariële werkzaamheden of de waarneming, kennis aan de KNB dat hij de hoedanigheid van kandidaat-notaris wenst te verkrijgen onderscheidenlijk wenst te behouden. De KNB zendt de gedefungeerde notaris of de gewezen kandidaat-notaris een bewijs van ontvangst van de kennisgeving en doet terstond mededeling aan de kamer van toezicht in het arrondissement waarbinnen de notaris of de kandidaat-notaris gevestigd was.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •